zondag 10 januari 2010

Vrouwen in het museum van Maputo

Reinata Sadimba

Reinata Sadimba

Sao Paixao

Sao Paixao

Een schilderij van Roberto Chichorro in het museum van Maputo

Eenmaal per jaar organiseert het museum in Maputo een expositie van vrouwelijke kunstenaars, op dit moment zijn dat Reinata Sadimba en Sao Paixao. Borduursels in lijstjes, feestelijk en in verrassend verschillende stijlen, en keramieken mannetjes en vrouwtje, lieve gremlins met een touch van de Makonde traditie. Opvallend veel werken zijn al verkocht, aan particulieren en aan het museum zelf.

De geschiedenis van Sadimba (1945) is uitzonderlijk, een vrouw die tegen alle tradities in haar eigen weg is gegaan. Ze groeide op in een klein Makondedorp in het noorden en net als andere vrouwen leerde ze pottenbakken om schalen en kommen te maken voor gebruik in huis. Ze nam de vrijheid om haar potten wat eigener te maken en  bedacht voor haar eigen plezier de beeldjes waar haar huis langzamerhand overvol mee raakte.  Sadimba ontwikkelde zich tot kunstenaar. Ze kreeg er naam mee en verkocht haar werk al was haar eerste expositie pas in 1992. Haar oudere werk staat ook in de gewone museumopstelling. In het dorp werd haar carrière minder gewaardeerd. In de wandelgangen wordt gefluisterd dat haar succes als kunstenaar de oorzaak van haar scheiding is. Nu woont ze alleen in een van de bijgebouwen van het Museu de Historia Natural, waar ze ook haar atelier heeft.  Nog steeds spreekt ze alleen haar eigen taal en geen Portugees of Engels.

Paixao is een heel ander verhaal. Zij is Portugese en reist heen en weer tussen de beiden landen. De borduursels zijn een hommage aan de grote kunstenaars van Mozambique: Roberto Chichorro, Malangatana. Helemaal van deze tijd heeft ze hun werken als voorbeeld genomen en steekje voor steekje nageborduurd. Daarnaast hangen er een aantal zwart wit borduursels gebaseerd op grafiek uit Mozambique. Die grafiek kent ook weer een eigen geschiedenis. Traditioneel ging het in de Makondekunst om maskers en houtsnijwerk, mannendingen dus. In 1979 passeerde de Zwitserse kunstenaar Maja Zurcher het plaatsje Nandimba en besloot om er workshops in  houtdrukken te geven aan de houtsnijders  van het dorp. Het idee erachter was dat de goedkope oplagen in grafiek makkelijker te verkopen waren. Met name Matias Ntundu raakte in de ban van de nieuwe mogelijkheden: ‘I can express through wood engraving lived lived situations to which I would not be able to give form in sculpture’. Een heel nieuw genre ontstond door de gepassioneerde workshops van Maja.  Toen zij in 1997 stierf verbleekte de droom van Matias om door te breken maar toch bleef hij aan het werk in Nandimba. In de expositie Arte Makonde in Maputo in 1999 was weer nieuw werk van hem te zien.

Nu op dit moment in de kunstwereld niet Westerse kunstenaars zich spiegelen aan de Westerse kunst om hun plek te veroveren in de kunstwereld draait Paixao de rollen om. Zij maakt bijna nederig een pas op de plaats en geeft de grote kunstenaars van Mozambique een hommage. In de borduursels van de grafieken ontstaat er door de speciale voorgeschiedenis een extra laag, voor de tweede keer is het een vrouw die het werk van de Makonde mannen  weer een nieuw gezicht geeft. En ditmaal gebruikt de kunstenaar weer de meer volkskunstachtige techniek van het borduren.  

Hanne Hagenaars, hoofdredacteur  mister Motley

vrijdag 8 januari 2010

Nucleo de Arte, Kunst in Maputo 2

atelier bij Nucleo de Arte

Mucavele aan het werk

sculptuur van Fiel dos Santos

opstelling in tentoonstellingsruimte Nucleo de Arte

 

De kunstenaarsclub

De Nucleo Arte is een soort kunstenaarsclub, een hele leuke plek, waar kunstenaars samen werken en een tentoonstellingsruimte beheren. De expositieruimte hangt vol verse kunst, die duidelijk op zoek is naar een ander pad. Ik loop rond en kijk en kijk. Wat zou ik willen kopen, eigenlijk niets, ik zie ongeschoold werk zonder het frisse, eigene van de traditie. De schilderijen zoeken aansluiting met de moderne stromingen maar het ontbreekt nog aan een eigen spirit. Sculpturen zijn met handen en voeten verbonden met de traditie maar dan zonder het ongekende vakmanschap dat de oudere generatie  inzet.

In de ateliers ernaast, een afgescheiden plek in de open lucht, zitten de mannen rond een tafel en lachen en kletsten met elkaar. Ik spreek Fiel dos Santos, een jonge gedreven kunstenaar van houtfiguren die het liefst nog een opleiding zou gaan volgen om verder te komen. Mucavele, een van de grote mannen hier, is aan het werk, hij drinkt een fanta en eet een broodje terwijl hij verder werkt aan een blauw  abstract landschap. Hij niet erg toeschietelijk: ‘jullie journalisten gebruiken ons, dat is niet goed voor de kunst’. Het gesprek komt niet echt op gang. Ik vraag een van de andere kunstenaars, Nino, of ik zijn werk mag zien. Onwillig loopt hij mee. Zijn ijzersmeed sculpturen verschillen niet zo heel veel van wat ik op straat te koop zie. ‘Wanneer besloot je kunstenaar te worden?’, vraag ik hem.  ‘Something inside me, artists never choose to be an artist’.  Ook hij heeft geen opleiding gevolgd, dat is ook niet nodig, volgens hem,  want het werk komt van binnen uit, zijn ziel spreekt. Nino exposeerde al eens in Amsterdam, in galerie 23.

Het is logisch dat deze kunstenaars niet staan te trappelen om iedere toerist die binnen komt lopen tekst en uitleg te geven. Maar het is jammer dat de eigen kring blijkbaar genoeg is en het cliche dat ‘wat van binnen uit komt, goede kunst oplevert’ hier nog volop feest viert. ‘This is not art from school, it is mine’, zegt Mucavele. 

Hanne Hagenaars, hoofdredacteur mister Motley



Kunst in Maputo 1



landschap van Mucavele

Malangatana

zaal in het museum





Kunst in Maputo

Het museum van Maputo aan de Mao Tse Tung avenue  biedt een totaal andere aanblik dan ieder ander westers kunstmuseum. Niet zozeer in de presentatie, de ruimte is wit en alles hangt mooi ruim op z’n plek, maar het zijn de werken zelf die overbevolkt  zijn. Je ogen krijgen geen rust en eigenlijk  wordt je blik al voor het doek weggeduwd door de boze of bange mensenmassa, te krap binnen het frame. De houten sculpturen stapelen mensen op elkaar, grote en kleine figuren verdringen zich en houden zich aan elkaar staande. Hier worden verhalen verteld. Over de oorlog, over de voorvaderen. In ‘De schreeuw van de moeder’ blinken messen te midden van pijnlijke grimassen. In ‘De gekte krijgt me niet te pakken’ verwerkt Malangatana 18 maanden gevangenis in een schilderij vol schelle kleuren en benauwenis.

Om meer te weten over deze onbekende wereld die ons aanloert bellen we de volgende dag naar het museum en vragen naar de directrice Julieta Masimbe. Zij heeft haar been gebroken en is niet aanwezig maar een Nederlandse stagiaire, kan ons wel helpen. Rosalie  studeert kunst en communicatie in Londen en loopt nu 6 maanden stage in Maputo. Ze  huurt een kamer bij een familie en haar Portugees is al voldoende om met iedereen een gesprek te voeren.

Ze vertelt dat uit het oeuvre van de kunstenaars vooral het sociaal bewogen werk wordt gekozen. De houten sculpturen komen voort uit de traditie van het houtsnijden van de Makondecultuur in het noorden van Mozambique,  eigenlijk net als de vissen, giraffen  en kommen  die buiten aan de toeristen wordt verkocht. De lijnen zijn kort, ieder leert de technieken van huis uit, sommigen worden kunstenaar, anderen specialiseren zich in souvenirs. Hoge en lage kunst zijn als broer en zus, het onderscheid is niet zo groot. Toch voelen de kunstenaars die ik later spreek zich wel degelijk ver boven het handwerk staan, zij zijn zeer zelfbewuste trotse kunstenaars.

Niet alles sluit aan bij de traditie van de Makonde. Wie is bijvoorbeeld Estevao Mucavele, de maker van een uitzonderlijk groot en abstract landschap, zo duidelijk anders dan de rest hier? Zoals zo velen vertrok hij naar Zuid Afrika om in de mijnen te werken, vervolgens werkte hij als guard in Kaapstad, en om die eindeloze dag van zitten en nietsdoen zin te geven is hij gaan schilderen. Een vriend werkte in de galerie en zo vroeg de galeriehouder hem te exposeren.

Het schilderen werd in Mozambique geïntroduceerd  door de schildersclubjes van de Portugezen, als hobby, tijdverdrijf. ‘In Nederland speelt steeds de vraag of je talent hebt, hier niet, iedereen zingt, danst en maakt potten en houtsnijwerk. Zo kun je ook gaan schilderen. Ze vragen mij steeds waarom ik niets doe!’ vertelt Rosalie. Ook de zwarte mensen gingen schilderen en hun talent, om het maar vanuit mijn eigen westerse wereld te zeggen, werd soms opgemerkt. ‘Hoe komen kunstenaars aan informatie over wat er gaande is in de kunst? Hoe vinden ze aansluiting bij de rest van de wereld?’ ‘De academie hier is meer een cursus, middelbare school niveau. Verder zijn er contacten met Brazilië en Portugal. En internet, maar dat is toch een lastige bron om je weg te vinden. Picasso is hier de grote held!’ De Guernica van Picasso hangt dan ook als een onzichtbare schaduw in de zalen van het museum, deze aanklacht tegen de oorlog past dan ook perfect bij de eigen traditionele volle composities.

Waar in Nederland de volkscultuur steeds belangrijker wordt om de hartslag van het gevoel weer te vinden, is het hier van belang om nieuwe wegen te zoeken en de volkskunst weer een slag verder brengen. De basis is solide genoeg om een met een open venster op de wereld verder te experimenteren. En dan aangevuld met een goede scholing.

Hanne Hagenaars, hoofdredacteur mister Motley

 

donderdag 7 januari 2010

Museu de Historia Natural in Maputo, Mozambique








Museum Naturalis in Maputo

In de hal worden we verwelkomd door een opgezette leeuw tegen de achtergrond van een sculptuur van 6 enorme slagtanden van olifanten op een sokkel. Een waanzinnig mooi ding eigenlijk, waarschijnlijk stond het ooit te pronken in de hal van een rijke blanke als sober en tegelijk barok vertoon van menselijke almacht. In de hal tel ik alles bij elkaar 11 hagelwitte olifantsslagtanden. De grote zaal geeft een bijna klassieke museale blik op de dierenwereld, opgezette dieren tegen een geschilderd landschap te midden van kunstmatige bosjes, alleen is hier alles gericht op drama. De leeuw valt een wildebeest aan en met rode verf en stukje plastic zijn de verwondingen in de huid van het beest aangegeven, een andere leeuw zit boven op de nek van een zebra en neemt een hap, de bek van de hyena druipt van rood bloed, geen enkel dier ligt lekker te zonnen, iedereen is bezig met zijn survival. Geen mooier museum om iets te leren over mens en dier dan dit museum. Wie net als ik van kunst en systemen houdt komt hier ook super aan z’n trekken. Een muur bevat een serie kastjes waarin de ontwikkeling van foetus tot olifant in fases nauwkeurig te volgen is, de wetten van Mendel laten zich lezen in een fantastisch schema van ogen, kleurige schema’s op de muur geven uitleg over evolutie. Een schilderij dat alle kunst overtreft probeert alle verbanden in planten en dierenrijk te inventariseren. Wat een feest, kom daar eens om in een westers museum waar educatie eerder een doodlopende steeg is voor ieder enthousiasme. Allemaal op excursie naar Maputo!

De kleine etnografische afdeling is een allegaartje van oude voorwerpen, foto’s waarvan sommige ingekleurd, muziekinstrumenten, een hoofdman in vol ornaat en vreemde maskers van klei die je echt over je hoofd heen kan plaatsen. Een serie koppen laat de variëteiten zien van de zwarte mensen, hun koppen staan net als die van keizers uit het oude Romeinse rijk als borstbeelden op sokkels.

Hanne Hagenaars, hoofdredacteur mister Motley

Birds of Prey Rehabilitation Centre, Blijdestroom





Op reis in Zuid Afrika, roofvogels!

Nadat ik een valk met zijn scherpe ogen om zich heen zag loeren in de film Spy Falcon van Laurent Grasso ben ik in de ban van deze vogel. En na ‘Jack’s bird of the day’ (zie vorige blog) is mijn liefde voor alle vogels weer stevig aangewakkerd. In Zuid Afrika cirkelen boven de canyons, savannes en de grote plantagebossen steevast roofvogels, zonder moeite zweven ze mee op de wind terwijl ze af en toe een duik maken naar de grond. Hen kan niets gebeuren, zou je denken, en ik ben dan ook super nieuwsgierig als ik lees over een opvanghuis voor roofvogels. Sterker nog, roofvogels raken niet alleen fysiek gewond maar kunnen ook mentaal beschadigd worden, en in het Birds of Prey Rehabilitation Centre worden ze in beide gevallen opgevangen en opgelapt. Wanneer raakt een roofvogel ‘mentally injured’? In deze vermenselijking van de dierenwereld denk je dan al snel aan psychologisch lijden zoals wij dat kennen, vernederd worden door een mus, of uitgejouwd door een papegaai.

Het rehabilitatiecentrum ligt ten noorden van Johannesburg, zo’n 100 km van het plaatjes Graskop in Blijdestroom. De meeste vogels komen daar terecht na een aanvaring met een auto, meestal breekt dan een vleugel maar sommige dieren zijn er blind door geworden. Ze leven in vierkante hokken van gaas en hout tot ze kunnen worden vrijgelaten en krijgen daartoe iedere dag vliegoefeningen, een echt verpleeghuis dus. Ook is er een ‘Bleeksing’ valk, die in zijn voet is geschoten en voor altijd in het centrum moet blijven. De Black Eagle is zo’n vogel die mentaal beschadigd is, hij vliegt perfect maar doordat hij is opgevoed door mensen kan hij niet meer als een vogel leven, hij kan niet meer terug naar een vrij leven. Juist deze vogels kunnen agressief zijn naar mensen omdat ze hen als gelijkwaardig zijn gaan zien en daardoor als concurrenten. Mogelijk is de vogel uit het nest gevallen of langs de kant van de weg gevonden en vol goede bedoelingen door mensen gered en meegenomen. Maar verloren als echte vogel.

Het centrum wordt geleid door de twee Engelse heren, Mark en Mark, die in de gids als ‘witty’ worden omschreven. Twee maal per dag geven ze een zeer geroutineerde show waarbij de informatie wordt versneden met grappen over schoonmoeders en vrouwen die de broek aan hebben. Iedereen moet hard lachen alleen ik zit erbij met een geforceerde zure lach, ik wil de pret liever niet bederven maar Borat is er niets bij. Wel is het spectaculair als de roofvogels voortdurend zo laag over het handjevol bezoekers heen vliegen dat je de vleugels door je haren voelt strijken.

De valk Mathilda is de eerste in de show, ze is in het centrum geboren. Na Mathilde komt Adelaar Tony, hij is als baby uit het nest gevallen en naar het centrum gebracht. Daar proberen ze hem nu weer te leren vliegen. Het is vreemd om zo’n groot, wat beangstigend beest te zien die nauwelijks kan vliegen, zo snel mogelijk zoekt hij een paaltje op en kijkt naar ons. Adelaars zijn luie beesten, ze volgen andere vogels en pakken het voedsel al in de lucht af. De vogel is gigantisch, een enorme spanwijdte en kromme snavel. Toch weegt zo’n groot beest niet meer dan twee en halve kilo, het is al veren en holle botten. Als laatste in de show is uil Mojo, 9 jaar oud. Een Kaapse Uil in camouflagekleuren die zich mengen met de kleuren van de rotsen. Zijn ronde oranje ogen kijken me leeg aan als hij over mijn hoofd scheert.

De Mark die ik later sprak werd als 12 jarige al meegenomen naar het valkenieren in Engeland, een hobby die hij deelt met de rijken der aarde, met de sjeiks in het Midden Oosten, the sport of kings. Tijdens een reis naar Zuid Afrika ontmoette hij de andere Mark van het centrum en binnen een half jaar had hij zijn baan als elektrisch ingenieur omgeruild voor het gedeelde directeurschap van het vogelopvangcentrum.

Hanne Hagenaars, hoofdredacteur mister Motley

Tzaneen in Zuid Afrika





Waar ter wereld heb je een blijde en een treurrivier vlak naast elkaar? In Zuid Afrika lijkt het tevens symbool voor de nog immer gescheiden werelden van blank en zwart. Tenminste in de provincie Limpopo, boven Johannesburg, waar de grote plantages liggen en alles nog provinciaals is. We logeren bij vriendin Tanja die hier naar toe is verhuisd en een leiderschap programma doet met zwarte mensen op een aantal van deze grote farms.De bedoeling is dat deze mensen de spil gaan worden in de zo belangrijke bewustwording rondom aids want minstens 20% van de zwarte mensen is hiv besmet. Dapper van haar om in het land met een van de hoogste criminaliteitscijfers te gaan wonen en het vraagt wel offers, zoals wonen in een ommuurd bejaardencomplex vanwege de veiligheid. Overal met de auto naar toe, iedere stap afwegen naar de risico’s. Leven in een witte community. De angst voor de zwarte mensen is erg levendig, verhalen en waarschuwingen vliegen ons om de oren. De scheiding tussen zwart en wit, arm en rijk is extreem. Onderweg nemen we een keer twee zwarte vrouwen mee in onze kleine gehuurde Hyundai Atos, de schemering zet al in. De vrouwen doen schoonmaakwerk in prachtige toeristenlodges aan de rand van de canyon, 10 km van waar ze wonen. Iedere dag liften ze naar de werkplek en razen auto’s met witte bestuurders voorbij omdat ze uit angst voor een carhiking niet durven te stoppen. Carhiking komt voor. De vrouwen verzuchten: they don’t take us because we are black. Dat is waar. Onderweg lees ik de Bicycle Diaries van David Byrne het stukje: What is The Time Limit on Justice? waarin hij middels vragen afweegt wat gerechtigheid zou kunnen zijn: moeten mensen wiens leven door de Stasi is geruïneerd compensatie krijgen; of ten aanzien van de gewelddadige overname van farms van witte mensen door zwarten in Zimbabwe: 'Is this fair, not exactly, but neither was the appropriation of the land years ago by the white'. Op welk moment in de tijd is het land echt van iemand anders? ‘Maybe absolute justice, like absolute anything, rarely exitsts exept in mathematics’. Maar deze te absolute scheiding tussen twee kleuren mensen verdeeld over te extreem verdeelde rijkdom en armoede kan geen eindoplossing zijn.

Hanne Hagenaars hoofdredacteur mister Motley